Naoberschap
Columns 17 augustus 2013 0Boer en ik reden onlangs door de Noordoostpolder. Jaloers keek hij naar de grote percelen waar zijn collega’s op boeren. Boer heeft zijn grond voor een deel rond de boerderij liggen. De rest ligt verspreid in de buurt. In de zomermaanden moeten de koeien ’s ochtends na het melken regelmatig naar de overkant van de weg gebracht worden, zodat het gras rondom de boerderij weer kan groeien.
Als Boer de koeien overdrijft, heeft hij twee assistenten nodig. De koeien moeten een ventweg oversteken en dan nog een drukke provinciale weg. Hij sluit de ventweg af met touwen en gaat met een assistent op de grote weg staan om het verkeer tegen te houden. De derde persoon drijft de koeien. Boer is behoorlijk afhankelijk van zijn buren. Sterker nog: zonder naoberschap komt hij in de problemen. De buurvrouw helpt de ochtenden voor ze naar haar werk gaat en de buurman ’s middags na zijn werk. Als ik er niet ben, moet hij nog iemand in de buurt vragen. Boer heeft geluk met zijn buren. Ook al is het klusje in vijf minuten geklaard, je moet er wel toe bereid zijn.
Op zich moet de klus met twee man te klaren zijn. Helaas zit er in elke lichting koeien eentje die niet meewerkt, een koe met een rugzakje. Dit jaar is het Klaartje 17, roepnaam Kliertje. Kliertje begrijpt het concept ‘kuddedier’ niet helemaal. ’s Ochtends doe ik de staldeuren open en blij lopen de koeien richting het hek. Het zijn kuddedieren, dus als er één koe over de dam is, volgt de rest. In theorie zou ik voor de koeien uit kunnen lopen om Boer te helpen met het regelen van het verkeer, ware het niet dat Kliertje niet meewerkt. Wat ze het leukst vindt, is de deuropening blokkeren voor andere koeien. Elke morgen moet ik Kliertje uit de deuropening jagen. Omkijkend zie ik nog net hoe ze haar poot uitsteekt en een collega laat struikelen.
Als ik het cluppie bij elkaar heb, doet Boer het hek open. Klier draait zich op het laatste moment om en rent terug naar de stal. De eerste keer dat ze dit flikte, riep ik haar na: “Stik er maar in, dan blijf je maar hier!” En deed het hek dicht achter de laatste koe. ‘’Nee!’’, riep Boer nog. “Doe dat niet!’’ Een kolossale inschattingsfout. Kliertje bedacht zich, voelde zich ineens toch kuddedier en wilde alsnog naar de rest. Ze zag het dichte hek, sprong dwars door het prikkeldraad en rende de weg op, tussen de auto’s door. Nog meer naoberhulp behoedde ons voor ernstige ongelukken.
’s Middags staan de koeien al te wachten bij het hek. Vijf uur is vijf uur. Hektijd. Een paar koeien moeten aangespoord worden, die liggen net lekker. Als je in hun richting loopt, staan ze op en komen ze naar het hek. In de uiterste hoek van het weiland, honderdvijftig meter verderop, ligt nog één koe. U raadt het al: Kliertje. Ze eist een vipbehandeling. Ze kijkt me strak aan en staat pas op, als ik achter haar sta en haar een pets op de kont geef. Om de drie stappen staat ze stil en wacht ze tot ze weer een zetje krijgt.
Jammer dat het crisis is. Ik zou graag een KGB aanvragen, een Koe Gebonden Budget. In de persoon van een koeienprofessional. Dan kunnen we onze naobers eens een vrije dag geven.
0 Reacties