Dikkop

Columns 10 februari 2017 0

Voor mijn werk reis ik veel in binnen- en buitenland. Fantastisch om te doen. Mijn opa had gelijk. Hij zei vaak: “Wie verre reizen doet, kan veel verhalen.” Dat klopt. Je ontmoet veel mensen met heel verschillende achtergronden. Daaruit blijkt hoe heerlijk divers de wereld is. Vorig jaar reisde ik regelmatig naar China en Indonesië. Cultureel totaal andere landen dan Nederland. Met omgangsvormen die wij niet kennen en al snel veroordelen. Een paar voorbeelden. Tijdens het soep eten slurp je. Dat is namelijk een signaal dat het je smaakt en je het eten waardeert. Op straat rochel je af en toe en spuug je een fl inke fl uim van je af. Daar moest ik wel even aan wennen, want wat leerde ik in mijn opvoeding? Denk erom: niet slurpen en spugen is onfatsoenlijk.

Ook binnen Nederland zijn er grote cultuurverschillen. Soms maak ik daar handig gebruik van. Tijdens vergaderingen in het westen des lands hoor ik weleens dat ze me ‘nuchter’ en ‘boerenslim’ vinden. Mijn standaardopmerking is dan: “De wijzen kwamen uit het oosten, hè”. Als de sfeer en de hilariteit er naar is, doe ik er nog een schepje bovenop: “Maar ja, het waren er slechts drie.” Een beproefd recept.

Wat ook goed werkt is het gebruiken van Achterhoekse of Twentse wijsheden. Daar zijn prachtige boekjes van. Ik heb op mijn laptop steevast een mapje staan met een aantal van die wijsheden. Op het moment dat een minister of wie dan ook een complexe situatie schetst en mij gaat uitleggen waarom iets vooral NIET kan, kom ik ermee voor de dag. Ik trek een Wijze uit het Oosten-gezicht en zo nonchalant mogelijk zeg ik dan: “Ach excellentie, mijn opa zou zeggen: Aj ’t éénmoal op ’n heujgaffel (hooivork) hebt, kriej ’t ok wal in de hiele (op de hooizolder)”.

Zo’n uitspraak leidt vaak weer tot discussie en een toelichting van mijn kant, waardoor iedereen wat ontspant. Dat is het goede moment om de neuzen dezelfde kant op te krijgen. Wij oosterlingen zijn vaak nuchterder, minder brutaal en minder opgefokt dan de mensen in het westen. Eigenschappen die ons ver brengen in de wereld. Mijn opa – daar is-ie weer – gaf mij wel altijd de waarschuwing mee: “Ne kikvors in’t moeras, mut onthool’n dat hij ooit ne dikkop was.”

Gert-Jan Oplaat

In de column ’t Naobertje, genoemd naar het likeurtje van Naober, laat Gert-Jan Oplaat zijn licht schijnen over vrolijke, oostelijke zaken. Gert-Jan uit Markelo is van vele markten thuis: zanger, bestuurder, verhalenverteller, Twentenaar, schrijver, folklorist, etc.

Plaats een reactie

0 Reacties