De vijver
De boel de boel laten
Columns 14 februari 2013 0Wat een genot, zo’n vijver. Dat hadden we jaren eerder moeten doen! Niet in de laatste plaats, omdat hij op de plek van een voormalig, nutteloos geplaveid stuk van de tuin gekomen is. Wat een hoop onkruid wieden scheelt. Zo’n vijver zit vol leven en trekt ook een heleboel leven aan. We hebben er gewone waterplanten in en een paar prachtige waterlelies. Er zitten geen vissen in, want die eten alle torren, vlokreeften, waterpissebedden, kikkervisjes en libellenlarven op. Er heeft per ongeluk een snoek(je) in gezeten, maar dat is weer een ander verhaal. Nadat de vijver het eerste jaar dicht bevroren was geweest en dat in het voorjaar resulteerde in opgeblazen dode kikkers hebben we er nu een pompje in, dat altijd een gaatje open houdt.
Het moeilijkst aan een vijver is de boel de boel te laten. Het kost jaren om hem helemaal zo te krijgen als je hem hebben wilt. Daar moet je geduld voor hebben. Wel zo nu en dan eens flink snoeien in wat er in de vijver groeit; er zitten woekeraars tussen de waterplanten die de boel zo overnemen. Er moeten wel genoeg verschillende planten in de vijver zitten om het water helder te houden. Het eerste jaar hadden we veel algen die we er met een op een stok bevestigde wc-borstel uit visten. Maar verder: geduld. Eigenlijk niet zo moeilijk, want het is geweldig rustgevend om aan de oever van je vijver te zitten en wat te mijmeren. En kijken naar wat er allemaal zwemt, vliegt en groeit. Nu, net half februari, steekt de waterlelie voorzichtig zijn eerste blad boven water, nog veilig opgerold. Ook de dotterbloemen lopen uit. Waar mijmer je dan over? Dat de voorpret eigenlijk nog wel het leukste is van een tuin.
0 Reacties