Brand!

Columns 24 augustus 2018 0

In het dorp waar ik woon is een brandweerdag altijd de afsluiting van de laatste kindervakantieweek. Dan is er een heel parcours vol waterpret met als hoogtepunt een
bak vol schuim waar de kinderen dingen in moeten zoeken. Ik denk dat alle kinderen foto’s hebben waarop hun glunderende koppies uit het witte schuim opduiken. Met stralende brandweerlieden ernaast.

Dit lijkt me het leukste onderdeel van het werk van de brandweer, want er komt wat narigheid voorbij bij die mannen en vrouwen. Je moet elkaar goed kennen en vertrouwen om dit werk te kunnen doen. Ja, daar hoort ook wel eens een feestje bij. Een bekende boerengrap: Als je een kalf hebt dat niet wil drinken, doe je ’t maar bij de brandweer.

Iets anders wat je over de brandweer hoort, is dat ze erg gedreven zijn om op tijd bij de brand te komen. Mooi als je schoorsteen in brand staat, maar levensgevaarlijk als je dicht bij de kazerne woont. Ik ken een brandweerman die zo’n haast had om in de eerste wagen te kunnen zitten dat hij onderweg met zijn auto uit de bocht vloog.

Meestal was de brandbel het signaal voor de dorpsjeugd om op de fi ets of brommer te springen en te kijken waar de brand was. Soms waren de toeschouwers er eerder dan de brandweer. Alleen niet als er een heidebrand was. Dan kregen ze namelijk een schop in de hand geduwd om te helpen en daar hadden die jongens helemaal geen zin in.

Uit familieverhalen weet ik dat ergens in de jaren vijftig het ouderlijk huis van mijn vader is afgebrand. Telefoontje naar de brandweer. Iemand stapte op zijn fiets om te kijken hoe erg het was en pas daarna kwam de bluswagen. Het huis was toen natuurlijk al afgebrand.

Gelukkig zijn de zaken tegenwoordig sterk verbeterd. Wat niet is veranderd, is de geweldige inzet van deze vrijwilligers. Bedankt! Dankzij jullie wordt veel narigheid voorkomen en aangepakt. Ik gun jullie dus de vriendschappen en de gezelligheid die er ook bij horen. Af en toe wens ik jullie een enorme bak met schuim om de kinderen - en jezelf - te vermaken.

Henny Wibbelink

Henny Wibbelink (52) is opgegroeid in de buurtschap Beuseberg, tussen Holten en Markelo. Tegenwoordig woont ze met haar gezin in het Brabantse Vlijmen, maar de band met de buurtschap is er nog steeds. Over de Beuseberg schreef ze een boek. Op haar werk bij de gemeente ’s-Hertogenbosch komt ze ook in aanraking met mensen die iets willen betekenen voor hun buurt- en wijkgenoten. ‘Modern noaberschap’ dus. Haar columns gaan over de verwondering over het plattelandsleven in het oosten van het land in de huidige tijd.

Plaats een reactie

0 Reacties