Afvalsafari

Columns 10 februari 2018 0

Ongetwijfeld zijn veel ‘Naobers’ 2018 met goede voornemens begonnen. Ik ben een van hen, maar na bijna twee maanden 2018 heb ik er al spijt van.

Op 1 januari sprak mijn vrouw mij toe met een blik in de ogen alsof ze de laatste ijsbeer zag sterven op een afkalvende ijsschots. Ik gooide restanten van het losbandige feestje op oudejaarsavond met een welgemikte worp in de grijze container. ‘Vot met ’n pröttel’ riep ik het afval achterna. Zo nu en dan moet je een credo benoemen. Een corrigerende stem sprak mij vanuit de keuken toe: “Schatje, wat hadden we ook alweer afgesproken? We gaan scheiden!”

Even flitste door mijn hoofd dat ik dan het huis en de auto wilde houden, maar nadat ik haar niet begrijpend aankeek, herhaalde ze de zin en voegde er het woord ‘afval’ aan toe. Ik probeerde me nog te verdedigen door te zeggen dat het allemaal onzin en geldklopperij is, maar dat mocht niet baten. Deze jongen moet het huishoudelijk afval scheiden…

Dan begint het avontuur door de jungle van gekleurde containers die achter de schuur staan. Die matchen dan weer niet met de polonaise van gekleurde afvalbakken die langzaam maar zeker onze keuken hebben bezet.

De gemeentelijke afvalkalender erbij. Na een kwartier puzzelen – een beetje cryptogrammer zou er nog wat van kunnen leren – zet ik trots een container aan de weg. Deze studie kan de volgende keer overigens achterwege blijven. Ik kijk voortaan gewoon welke bak mijn noaber aan de weg heeft staan.

Mijn afvalsafari kende vorige week een absoluut hoogtepunt. Nadat ik voor mijn vrouw een kop thee had gemaakt, heb ik het theezakje opengesneden en de blaadjes in de groene bak gemikt. Het zakje ging bij het plastic, het labeltje bij het oud papier en toen kwam de vraag: wat moet ik met het nietje? Triomfantelijk en met een zweem van cynisme vroeg ik mijn vrouw waar ik het nietje moest laten. Ik dacht haar te pakken te hebben, maar het tegenovergestelde was het geval.

“Bewaar die maar tot het voorjaar, schat. Dan halen de plattelandsjongeren oud ijzer op om de kas te spekken.”

Gert-Jan Oplaat

In de column ’t Naobertje, genoemd naar het likeurtje van Naober, laat Gert-Jan Oplaat zijn licht schijnen over vrolijke, oostelijke zaken. Gert-Jan uit Markelo is van vele markten thuis: zanger, bestuurder, verhalenverteller, Twentenaar, schrijver, folklorist, etc.

Plaats een reactie

0 Reacties