‘Høken hoort in het rijtje van immaterieel cultureel erfgoed thuis’

Journalist en schrijver Dolf Ruesink (72) schreef onlangs Feesten als wilde beesten over de betekenis en invloed van de Achterhoekse rockband Normaal in de afgelopen vijftig jaar. Met 3100 optredens en 5 miljoen bezoekers valt er wel iets zinnigs te zeggen over ‘de anhangers’ (van wie een groot deel uit Overijssel komt) en hun tradities.

Dolf: “De eerste helft van mijn leven heb ik in de Achterhoek gewoond, de tweede helft in Twente. In Haaksbergen om precies te zijn. Thuis spraken ze Nederlands met ons en beslist geen streektaal. Dat was beter voor je schoolprestaties en carrièrekansen. Op de HBS sprak vrijwel niemand dialect. Nu ik daarop terugkijk, denk ik: belachelijk dat het zo ging. Een accent, daar is niks mis mee. Voor mij veranderde alles als donderslag bij heldere hemel toen ik Normaal ontdekte. Ik ben door hun muziek van de streektaal gaan houden en het ook actief gaan gebruiken. Ik zie duidelijk verschillen tussen hoe het dialect in de Achterhoek gesproken wordt en in Twente. In de Achterhoek is alles wat zachter en zangerig. Het Twents is hoekiger, meer afgebeten. In mijn werk als journalist kwam de streektaal goed van pas. Als je de taal van de mensen uit de streek spreekt, zijn er geen barrières en vertrouwen ze je vanzelf wat meer toe.

Wil je meer lezen? Bestel dan Nedersaksen, het nieuwe magazine van de Overijsselacademie, via www.denedersaksen.nl/magazine