Drie in-de-pan

Weet je het nog van vroeger? Veel mensen kennen ze nog van oma, drie-in-de-pan. Drie kleine pannekoekjes uit één koekepan. En daar komt ook de naam vandaan, want die drie, dat past precies. Het was altijd smullen van dit oud Hollandse gerecht als tussendoortje of als toetje. En nóg lekkerder als je er wat krenten en rozijnen doorheen doet. Met dit recept maak je ze precies zoals oma ze vroeger maakte.

Ingrediënten

• 200 gr zelfrijzend bakmeel
• 2 dl melk
• 50 gr rozijnen en 50 gram krenten (gewassen en uitgelekt)
• 1 ei
• Roomboter
• Bakolie
• Mespunt zout
• Garnering: kaneelpoeder en suiker

Bereiding

• Meng het bakmeel met wat zout in een beslagkom en maak een kuiltje in het midden.
• Giet ongeveer 3/4 van de melk in het kuiltje en voeg het ei toe.
• Zorg dat de krenten en rozijnen gewassen en goed uitgelekt zijn.
• Roer nu vanuit het midden tot dat er een glad beslag ontstaat.
• Voeg nu, al roerende, de rest van de melk toe.
• Schep de krenten en rozijnen nu door het beslag. Het beslag moet stevig aanvoelen.
• Doe wat olie en wat roomboter in een koekenpan en laat langzaam warm en lichtbruin worden.
• Voeg vervolgens drie eetlepels beslag toe.
• Laat de drie pannekoekjes zachtjes gaar en bruin worden.
• Pannekoekjes omdraaien en laat aan de andere kant bruin bakken. Draai de koeken niet te vaak om, maar doe dat pas als de bovenkant droog is. Wacht tot ook deze kant bruin is geworden.

Doe de warme 'drie-in-de-pan' op een bord en bestrooien met een beetje kaneel en suiker.