Omdat het nu eenmaal zo is dat aan alle dingen een eind komt, is dit mijn laatste bijdrage aan Naober. Een mooi blad als ‘Naober’ kan alleen maar bestaan als alles goed in balans is. En daar wordt hard aan gewerkt.
Tussen Hellendoorn en Holten ligt een uniek stukje Nederland. Van bovenaf ziet het er heel apart uit, met onverwachte kleuren. Kijkt zelf maar!
Het IJssellandschap wil in het bos vlakbij ons een natuurbegraafplaats aanleggen. Ik heb op het kaartje in de krant gezien, dat ze dat precies tussen de paden, waar we met de honden lopen, willen doen.
De zonnestralen van de lente maken alles anders en mooier. De roze bril gaat op en we genieten.
Ons platteland of het verre westen: dronken zielepoten, ouders met spelende kinderen, asociale parkeerders: eigenlijk is er helemaal geen verschil. Hoe je oordeelt is de manier waarop je naar dingen kijkt.
Door een sterfgeval in de familie hebben we recent veel gesproken over het omgaan met de dood. Er valt wat te kiezen tegenwoordig: begraven of cremeren, wel of geen kerkdienst, begraven op een kerkhof of in een natuurterrein...
We zijn een middagje shoppen in Arnhem. Bij een van mijn favoriete winkels daar, Flying Tigers, bekijk ik het ruime, divers gekleurde aanbod leesbrillen. Naast mij past een vrouw met duidelijke tegenzin een bril.
Het landgoed Twickel, dat centraal staat in de eerste ‘Pracht van de streek’ in Naober, leent zich voor prachtige wandelingen. Een heel bijzondere is de Umfassungsweg, die al eind 1800 is uitgestippeld.
In januari 2003 leerde ik Boer kennen. In 12 jaar heb ik de Achterhoekse tradities redelijk onder de knie gekregen. Er zijn veel ongeschreven regels waar je als import, zonder hulp van de autochtonen, nauwelijks grip op krijgt.